Open zijn

| 3 reacties

Vroeger kon ik een behoorlijke flapuit zijn. Er rolden regelmatig onhandige uitspraken uit mijn tienermond, met alle gevolgen van dien. Ik kan je vertellen dat je met zoveel ‘oeps’- en baalmomenten vanzelf een lesje zelfbeheersing krijgt. Gelukkig maar, want zo’n interne discussie in mijn brein zorgt ervoor dat ik nu wel vaak op de rem trap voor ik iets zeg waar ik spijt van krijg. Toch heeft het ook een groot nadeel, en dat is dat het nu regelmatig doorschiet naar de andere kant. Dat ik nu juist té veel nadenk over of ik iets ga zeggen. Iedere introvert zal het wel herkennen: net iets te lang twijfelen en dan is het moment dat je die rake opmerking kon maken alweer voorbij.

Als het gaat om simpele, oppervlakkige dingen, ben ik nog steeds dat spontane meisje met het hart op de tong. Bij mensen waarbij ik me 100% op mijn gemak voel, ga ik ook over diepere zaken en persoonlijke dingen volledig los. In alle andere gevallen ben ik nogal een binnenvetter. Ik maal, ik pieker, ik analyseer. Het blijft in mijn hoofd zitten. Verder dan papier of een heel klein kringetje komen mijn diepste gedachten, twijfels en meest persoonlijke levensvragen meestal niet. En natuurlijk is dat lang niet altijd erg. Iedereen heeft geheimen en dingen die ze niet met iedereen willen delen. Het wordt alleen wél lastig als dat soort dingen je dermate bezighouden dat je er buikpijn van krijgt. Dat ze ervoor zorgen dat je gek van jezelf wordt of dat je blokkeert. Dan moet zelfs de grootste binnenvetter erkennen dat-ie van binnen naar buiten moet.

Maar juist als iets zo lang in je hoofd heeft gezeten, groeit de drempel om erover te gaan praten alleen maar. En als het om persoonlijke dingen gaat, is het verdomd lastig om je bloot te geven. Als je al die tijd hebt idee hebt gehad dat je iets zelf kan of moet oplossen, kan het zelfs als falen voelen als je aan jezelf toe moet geven dat dat niet gaat lukken. Newsflash: je faalt niet. Juist niet. Je helpt jezelf juist door anderen om hulp of advies te vragen. En nee, het is niet makkelijk om jezelf kwetsbaar op te stellen. Ik vind het in elk geval doodeng, maar ik realiseer me steeds meer dat het wel nodig is om verder te komen. Om te groeien en om zo een betere versie van mezelf te worden. En toegegeven: het kan ook héél erg opluchten om iets te delen en er nuttige feedback op te krijgen.

Natuurlijk hoef je niet je diepste hersenspinsels met iedereen te delen. Je hart op een presenteerblaadje aanbieden aan de eerste de beste? Geen goed plan. Maar hé: er zit gelukkig heel wat tussen flapuit en binnenvetter. Als ervaringsdeskundige in beide uitersten weet ik er alles van. Want hoe handig en veilig het ook is om een rem te hebben, als je ‘m te vaak – of op cruciale momenten – ingedrukt houdt, dan kom je letterlijk niet vooruit.

3 reacties

  1. Ik herken zoveel van mezelf hierin! Als ik me op m’n gemak voel dan flap ik er alles uit en als ik bij onbekenden ben, ben ik best verlegen

  2. Wat herkenbaar, dat niet zeggen wat je denkt. Soms heb ik inderdaad een opmerking klaar, maar gaat het moment voorbij, maar vaak komt een opmerking pas achteraf in me op. Ik ga er nu ook mee aan de slag om meer te kunnen zeggen wat ik denk, want het frustreert me alleen maar.

  3. Bijzonder: ik heb juist veel van mijn flapuit weer terug. De oeps momenten zijn weer redelijk aanwezig, maar ik moet zeggen: het bevalt me wel. En de mensen die er niet tegen kunnen, draaien zich maar om hoor! Dit is wie ik ben zorg maar dat je er mee om kunt gaan of laat me gewoon links liggen.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


CommentLuv badge