Limburgliefde #21: dialectwoorden voor dieren

| 9 reacties

Na twintig edities van Limburgliefde heb ik al heel wat onderwerpen gehad. Met deze categorie dialectwoorden vroeg ik me echter wel af waarom ik dát niet eerder had verzonnen. We hebben in Limburg namelijk heel wat mooie dialectwoorden om dieren aan te duiden. Van kuusj tot aomezeik. Kun jij raden wat dat zijn?

Pierelink

Mijn ouders zijn een welkome hulplijn als ik over dialectwoorden schrijf. Vaak vraag ik ze of ze nog aanvullingen hebben op de lijst die ik al heb samengesteld. Toen ik voor dialectwoorden voor dieren de suggestie pierelink kreeg, was ik even verward. Ik was er namelijk van overtuigd dat het een gewoon Nederlands woord was. Even googelen leerde me dat dat niet het geval was. Pierelink lijkt toch echt een typisch Limburgs dialectwoord voor regenworm. Met ‘pier’ als synoniem voor (aard)worm is dit deel van het woord volkomen logisch, maar waar die ‘link’ vandaan komt? Geen idee. Wel kan ik me wel voorstellen dat er een etymologisch verband is in de richting van lijn/lint, omdat een worm ook een langwerpig, dun sliertje is.

Kwekkerte, kwakkerte en koeleköpkes

Als Midden-Limburgse noem ik een kikker unne kwekkert. Wat onderzoek leerde me echter dat dit woord in slechts een heel beperkt gebied van Midden-Limburg wordt gebruikt. In Linne (bij Maasbracht) heet de carnavalsvereniging “De Kwekkerte”, dus dat is duidelijk. Ook in Sint-Joost (iets naar het zuiden vanuit Linne) en Swalmen (boven Roermond, dus een stuk noordelijker) is het in elk geval kwekkert. Zowel voor Weert als voor diverse plekken in Zuid-Limburg wordt echter de variant kwakkert genoteerd als vertaling voor kikker. Van kikkers is het nog maar een kleine stap naar kikkervisjes, die op hun beurt koeleköpkes genoemd worden.

Aomezeike

Ze schijnen hun nut te bewijzen als opruimers van de natuur, maar een plaag aomezeike is absoluut niet iets waar je op zit te wachten. Vooral in de zomer kun je er echter wel last van krijgen. Ik heb het over… mieren! Ik vind aomezeike echt een leuk woord. Het heeft dezelfde oorsprong als het Duitse Ameise.

Kuusj

Ook zo’n heerlijk dialectwoord: kuusj! Op diverse plekken in Limburg, maar ook in Brabant komen daarnaast de varianten kusj, kuus en koes voor. De betekenis is varken. Een klein varkentje is een kuusjke, en een groepje zou je kuusjkes kunnen noemen. Het klinkt heel vrolijk, en dat word ik eigenlijk ook wel van varkens. Als ik ze zie dan, de geur is minder 😉

In mijn zoektocht naar de achtergrond van het woord kuusj kwam ik uit bij een artikel uit Onze Taaltuin over de roepnamen van het varken. Het artikel is 80 jaar oud(!) en erg de moeite waard als je net als ik een taalliefhebber bent. Via het artikel kwam ik er in elk geval achter dat de Limburgse dialectwoorden voor varken te maken hebben met het Akense woord Küsch. Daarnaast zijn veel verwante woorden te vinden op plekken in Vlaanderen, Duitsland, Zwitserland, Scandinavië en zelfs Groot-Brittannië.

Verder kan ik me goed voorstellen dat het woord is ontstaan naar aanleiding van de typische varkensneus, waardoor het lijkt op de diverse woorden die er zijn voor kus.

Limburgse dialectwoorden voor hond

Mijn lievelingsdier kon natuurlijk niet missen in deze aflevering van Limburgliefde! Op de meeste plekken in Limburg wordt een hond gewoon hondj genoemd. Als verkleinwoord krijg je dan hundje of huundje, en in Zuid-Limburg hoor je ook hunneke. “Echte” dialectwoorden voor hond vind je in de Oostelijke Mijnstreek, waar een hond ook wel eens keuter wordt genoemd. Echt Roermonds is het woord kielf. En over Roermond gesproken: daar hebben ze ook een bekend liedje over honden. Het slaat eigenlijk helemaal nergens op, maar is in dit verband wel grappig. Zoals ik al zei, is het verkleinwoord voor hond hundje, en het meervoud is in Roermond dan hunj. Aangezien Roermond in het dialect Remunj heet, is er gauw een “hoogwaardige” poëtische tekst te verzinnen:

In Remunj laupe de hunj mit de kunj euver de grunj, neet te geluive, neet te geluive…

En dat klinkt dan zo:

 

Wat me trouwens wel opviel bij het schrijven van deze blogpost: de Limburgers hebben blijkbaar vooral “echte” dialectwoorden voor de dieren die ze ook daadwerkelijk vaak tegenkomen in het dagelijks leven. Huisdieren, boerderijdieren, ongedierte… Voor de meer exotische dieren die je in de dierentuin tegenkomt, rest doorgaans alleen een iets verlimburgste uitspraak van het Nederlandse woord. Denk aan baer voor beer. 

Wat is jouw favoriete dialectwoord voor een dier?

9 reacties

  1. Ik vind jou dialect blogs heerlijk om te lezen. Ik volgde je al een hele tijd via mijn account volwassenen kleuren ook op bloglovin, maar nu eindelijk zo wakker dat ik er achter kwam dat ik dit niet deed met mijn privé account dus vandaag meteen gaan doen.

    Mijn favoriete dialectwoord is een miem. Dat is hier (kerkrade) het dialect voor een poes/kat.
    Veronique postte onlangs…Winnaar Boek: Anja Feliers – KwijtMy Profile

  2. Dat woord voor mieren geeft wel een heel andere kijk op mierenneuker 😉

  3. Haha, als Limburgse zijnde is dit echt leuk om te lezen 😀 en herkenbaar natuurlijk!
    TypischKim postte onlangs…Typisch Kim! #1: pasen, Aken, stage, jarigMy Profile

  4. In Weert hebben ze een prachtig woord voor lieveheersbeestje: dat heet daar een mueëletentje.

  5. Ik hoor (en gebruik) meestal ‘peetsj’ voor regenworm, uit Midden-Limburg

  6. Baj is paard. Bajke is veulen.

    Sjroeoet is kalkoen.

    Miem is poes.

    Wiemelen zijn aalbessen.

  7. Ken je bai of baike
    Paard of paardje. Hoon voor kip.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


CommentLuv badge