De lente is begonnen! Dat betekent dat mijn taarten vaak wat fruitiger worden. Zoals deze bramenslof met monchou, die fris en zoet van smaak is, maar tegelijk ook net een beetje zurig. Je kunt hem natuurlijk maken met verse bramen, maar diepvriesbramen werken ook prima. Zolang je ze maar goed laat ontdooien, zodat ze niet meer vochtig zijn. Oké, aan de slag!

Ingrediënten voor twee bramen-monchou-sloffen

Voor de sloffenbodem

Voor de sloffenbodem met amandelspijs gebruik ik dit recept van Rutger Bakt. Voor de volledigheid zet ik de ingrediënten in deze lijst.

• 250 gram bloem
• 2 tl bakpoeder
• 180 gram roomboter of margarine
• 100 gram kristalsuiker
• 80 gram donkerbruine basterdsuiker
• 1 eidooier
• rasp van een halve citroen
• een snufje zout
• Voor de amandelspijsvulling: 150 gram amandelspijs (75 gram amandelmeel + 75 gram suiker + half ei, plus een half ei/een eiwit om het los te kloppen)

Voor de topping

• ca. 500 gram (diepvries)bramen
• 200 gram roomkaas (hoeft niet per se Monchou te zijn, een huismerk werkt prima!)
• 300 ml slagroom
• 60 gram kristalsuiker
• 1 zakje klopfix

Recept bramen-monchou-slof

Bereid de sloffenbodem inclusief amandelspijs volgens het recept van Rutger. Ik hoorde pas nadat ik dit recept maakte de tip van Robèrt van Beckhoven om een sloffenbodem korter en heter te bakken dan in dit recept staat. Dat moet ik zelf nog uitproberen – ik hou jullie op de hoogte!

Ontdooi ondertussen de bramen (bij verse is dit natuurlijk niet nodig!). Klop de slagroom op met de suiker en klopfix. Maak de roomkaas heel even los met een lepel en mix vervolgens de slagroom en roomkaas nog even. Als je geen klontjes meer ziet, is de monchou-room goed. Klop dan vooral niet langer door, want daar wordt je roomkaas onnodig slap van.

Verdeel de bramen over de afgekoelde sloffenbodems. Zorg ervoor dat je genoeg ruimte vrij laat voor de roomtoefjes! Doe vervolgens de monchou-room in een spuitzak en spuit kleine toefjes op de rand. Daarna is je bramen-monchou-slof klaar om te serveren!