In een serie over mijn liefde voor Limburg kon het natuurlijk niet ontbreken: een aflevering die volledig gewijd is aan hét Limburgse gebak: vlaai! Ik moet bekennen dat ik in al mijn jaren als fanatiek thuisbakker én echte Limburgse nog nooit zelf een vlaai had gebakken. Daarom deed ik het voor mijn eerste keer maar meteen goed, en maakte ik er direct twee. Ook wel toepasselijk eigenlijk, want wij Limburgers houden niet van Hollandse porties. Echt, mensen, ga een vlaai van gemiddelde grootte niet in twaalf stukken snijden. Acht tot maximaal tien stukken is een veel beter idee. O, en als je naar een Limburgse verjaardag gaat: zorg dat je honger hebt. Men rekent erop dat je minstens twee of drie stukken wegwerkt. En dat is dan nog vóór de chips en toastjes op tafel komen. Eat that, Hollanders (letterlijk, dus). Dat terzijde: mijn twee eerste vlaaien zijn nu gebakken, geproefd én goedgekeurd, dus vandaag deel ik graag mijn recept met jullie.
Een stuk vlaai(geschiedenis)
Ik vind het altijd maar een ingewikkeld existentieel vraagstuk: wat maakt een vlaai een vlaai? Ik kan er heel slecht tegen als mensen vlaai ‘taart’ noemen, maar zelf heb ik geen waterdichte definitie paraat. Ik zie de simpele vlaai met fruit (of met pudding/kruimel of rijst) als oervlaai. Die worden gemaakt met een broodachtig deeg, dat ik – heel eerlijk gezegd – niet heel lekker vind. Ik eet daarvan ook altijd eerst de korst op, zodat ik daarna kan genieten van het gevulde deel. Op die basisvlaai komt vaak slagroom (al dan niet door de bakker zelf erop gespoten), en er worden ook luxe versies van gemaakt door er schuim(pjes) op te doen. Zo is er de welbekende kroosjelte mit sjoem (kruisbessen met schuim) en een van mijn favorieten: Zwitserse kers (kersenvlaai met slagroom en schuimpjes). Ook wordt het fruit wel eens helemaal weggelaten op luxe vlaaien. Dan krijg je briljante uitvindingen als karamelvlaai. I love it!
Oké, tot dan toe is het nog redelijk overzichtelijk. Gistdeeg met diverse vullingen, simpel of luxe. Het punt is dat er ook nog zoiets bestaat als linzenvlaai. Vaak gemaakt met abrikozen (en in de luxe versie met crèmeglazuur bovenop, YUM), maar ook erg lekker met kersen. Linzendeeg bevat weer geen gist, en heeft trouwens ook niets te maken met de peulvrucht. Je ziet ook weer vaak vlaaien met een soort schelpbodem, of juist een harde koekachtige. Een goede aardbeienvlaai met helle baom is echt smullen (en ja: ik heb nogal veel favorieten). Als je weet dat er dan óók nog vlaaien bestaan die geen fruit-, rijste- of puddingvulling hebben (maar bijvoorbeeld bavarois – mmm), dan zie je door de degen en vullingen waarschijnlijk de vlaai niet meer. En ik dus ook niet helemaal, vrees ik. Ik beroep me altijd maar op het recht dat Limburgers hebben: zeggen dat je een vlaai in 99% van de gevallen herkent als je ‘m ziet. Hoogte is sowieso wel een belangrijke factor: ook met toppings blijft een vlaai altijd redelijk plat. En je zult nooit een vlaai zien met een afgesmeerde of opgespoten zijkant.
Recept voor linzenvlaai
Als het om vlaai gaat, kan ik je eigenlijk maar één advies geven: je kunt ze beter eten dan erover praten (ja, met dat advies ben ik natuurlijk heel geloofwaardig na mijn 500 woorden over vlaai) (en weten jullie trouwens hoe moeilijk het is om over vlaai te schrijven zonder het woord honderd keer te noemen? Zeker omdat we nu allemaal geleerd hebben dat ‘taart’ géén acceptabel synoniem is. Oké, Audrey, hou op en geef dat recept.)
Ingrediënten linzendeeg
- 300 gram zelfrijzend bakmeel
- 150 gram (witte) basterdsuiker
- 1 zakje vanillesuiker
- een snufje zout
- 150 gram boter
- 1 klein ei
Meng het zelfrijzend bakmeel met de basterdsuiker, vanillesuiker en het zout. Het zou het beste zijn als je de hele boel zeeft, maar als je er gewoon met een lepel doorheen gaat en alle klonten wegwerkt, vind ik dat ook helemaal prima. Voeg daarna het ei en de boter (in kleine blokjes, niet gesmolten) toe en mix het eerst even met een mixer met deeghaken en daarna met de hand. Maak er een deegbal van en laat het daarna even een uurtje rusten in de koelkast. Het grote voordeel van linzendeeg is dat je het niet hoeft te laten rijzen (en dan is het dus ook nog lekkerder dan het gistdeeg, winning!). Rol het deeg daarna uit op een met bloem bestoven werkblad, doe het in de ingevette vorm en haal het overgebleven deeg weg.
Oké, dan hier even een intermezzo. Ik had zelf een vlaaivorm gescoord in de uitverkoop, waarmee je een hele mooie rand krijgt, maar waarmee je ook alleen de losse bodem kunt bakken. Voor echte Limburgse vlaai bak je het fruit meteen mee, dus ik had even een probleempje. Uiteindelijk loste ik het op door twee vlaaien te bakken: een onbedekte vlaai in mijn vlaaivorm van 28 cm doorsnee (waarvoor je iets minder deeg nodig hebt dan in het recept hierboven) en een in een springvorm van 26 cm. Die laatste vulde ik dus ook meteen al met kersen en ik maakte er een raster op. Bij linzenvlaai zijn de deegrepen die je erop doet doorgaans veel breder dan op mijn foto – meestal wordt bijna de hele vlaai erdoor bedekt – maar ik had met 1,5 recept voor deze twee vormen simpelweg te weinig over. Voor de kersenvulling gebruikte ik trouwens 600 à 700 gram zelf geplukte kersen (ontpit en ingevroren). De losse bodem vulde ik met ongeveer 800 gram vlaaivulling/vlaaifruit (ik gebruikte pruimen, maar abrikozen of kersen is ook heel lekker).
Je bakt de vlaai(en) ongeveer 35 minuten in een voorverwarmde oven op 150 graden. Ze hoeven niet heel donker te worden. Na 10 à 15 minuten kun je ze uit de vorm halen. Linzenvlaai wordt lekkerder als hij een paar dagen oud is, dus bak ‘m gerust een paar dagen van tevoren.
Ik ben heel benieuwd of jullie een goede definitie van vlaai kunnen geven. Deel je gedachten gerust hieronder, en vertel me vooral ook wat jouw favoriete vlaai is!
11 augustus 2015 om 11:58
Ja, kruisbessen met schuim! Of echte christoffelvlaai. Zoooo lekker.
Vlaai vind ik een deegbodem met zachte vulling, taart is cake met spul (jam/pudding/slagroom/marsepein etc.). Lang leve de vlaai 🙂
Nu heb ik honger…
Noortje postte onlangs…Doodles: Extinct ever after
11 augustus 2015 om 17:59
Ooo ja, christoffelvlaai, veel te lang geleden dat ik die heb gegeten! Mmm…
26 augustus 2019 om 14:11
dit recept voor linzenvlaai is prima,heb het ook uit geprobeerd, ik ben een bakker in ruste en af en toe wil ik nog wel eens wat bakken daar hoor ook de echte limburgse vlaai bij !!
11 augustus 2015 om 17:04
Goede definitie is er niet echt. Vlaai is nou eenmaal vlaai en geen taart ;). Mijn favoriet is de aardbeien met harde bodem. Die zachte vind ik ook niets. Ik begin dan ook altijd bij de korst.
11 augustus 2015 om 22:49
Hm… een definitie is inderdaad lastig. Misschien inderdaad dat vlaaien altijd plat zijn, maar toch ook wel de andere bodem denk ik. Dunno.. ik vind vlaai in ieder geval lekker. Dus kom maar door met een portie of 2,3 😉
Amy postte onlangs…5 mooie momenten van onze roadtrip door Zweden
15 augustus 2015 om 23:29
Audrey, je weet me als mede inwoner van deze provincie niet teleur te stellen 😉 Zoveel over vlaai wist ik niet eens, wel dat vlaai errug lekker is! :p
Die wat jij gebakken hebt ziet er overigens ook super nice uit. Als je ook nog eens koffie kunt fabriceren kom ik eens langs om je vlaai te keuren. Dan heb ik weer mooi een review om te schrijven.
Mijn favoriet: Rijstevlaai. I know, heel saai…
19 augustus 2015 om 15:17
Ik kan alleen oploskoffie maken… Ik hou zelf niet zo van rijstevlaai. Of het moet alweer luxe zijn, met kersen en slagroom 😉
23 februari 2020 om 12:52
hallo allemaal, mijn vraag is eigenlijk, ik wil verschillende kleine vlaaitjes maken, in die kleinere vormpjes, maar hoe krijg ik die er het gemakkelijkste uit, als de kersen en aardbeien er al op liggen? Dus meegebakken, ze breken altijd.
23 februari 2020 om 13:07
Goed invetten en voorzichtig omkeren, zou ik zeggen!
26 augustus 2022 om 22:03
— Toen ik klein was bakten mijn ouders om de twee weken hun eigen brood. Het was 1955 tot 1965. Van het deeg voor witbrood werd een deel opzij gehouden voor vlaai. Ieder huis had wel verschillende fruitbomen, waarvan het fruit in bokalen bewaard werd. Er werden dan ook vijf tot zes vlaaien gebakken om de twee weken. Na de oorlog waren er grote gezinnen en vlaai was dan ook een goedkoop, lekker en royaal voedingsmiddel. Vlaai heeft een bodem van brooddeeg en al de anderen, is helaas geen vlaai!!!!