Tijd voor weer een heerlijke Limburgse lekkernij! Dat deze editie van Limburgliefde weer over iets eetbaars zou gaan, verklapte ik al voor de zomerstop. Jullie mochten zelfs raden wat het zou zijn en konden dan mijn zelfgebakken versie winnen. Maar helaas won niemand! Hoewel ik nonnevotten helemaal geweldig vind, staan die toch echt op mijn lijstje van dingen waar ik me niet zelf aan ga wagen (helaas, Maaike!) en Falco gokte op vlaai, terwijl ik daar al over héb geblogd in deze serie.

Knapkoek it is dus. Een niet al te ingewikkeld koekje, maar wel heel erg lekker. Dit is mijn recept voor Limburgse knapkook!

Ingrediënten

• 125 gram boter
• 125 gram suiker (liefst (witte) basterdsuiker)
• 1 ei
• snufje zout, snufje kaneel (echt niet te veel van beide!)
• 2 zakjes vanillesuiker
• 250 gram zelfrijzend bakmeel
• greinsuiker of kristalsuiker om de bovenkant mee te bestrooien

Recept Limburgse knapkook

Snij de boter in blokjes en kneed het samen met de suiker even goed door. Voeg daarna het ei en de vanillesuiker toe. Doe er een klein snufje zout en ook een klein beetje kaneel bij. Ik vind kaneel heel erg lekker, maar het gaat al gauw overheersen in deze knapkoek en dat past niet bij de typische smaak. Rustig aan dus!

Zeef als laatste het zelfrijzend bakmeel en doe het bij de rest van de ingrediënten. Kneed er dan een egaal, soepel deeg van. Laat dit minimaal een half uur rusten in de koelkast. Daarna haal je het deeg uit de koelkast en verwarm je de oven voor op 180 graden. Rol het deeg vrij dun uit en knutsel het zo een beetje dat je eindigt met een rechthoek die overal even dik is. Je kunt hieronder zien waarom dunnere randen niet zo handig zijn.

Je grote vierkante deeglap ga je in zijn geheel bakken in de oven. Snij met een mesje – of schone liniaal – wel alvast lichtjes de lijnen in die je straks gaat snijden. Bestrooi hem met wat suiker. Ik gebruikte kristalsuiker, maar de versie die je in de winkel koopt heeft wel wat grovere suiker bovenop, bijvoorbeeld greinsuiker.

Bak de koek  vervolgens voor ongeveer 20 minuten. Daarna snij je de koek meteen in de vierkantjes. De koek hardt altijd nog wat uit daarna, maar echte knapkoek moet wel echt stevig en knapperig zijn. Je kunt ‘m na het snijden eventueel nog een paar minuten terug in de oven zetten.

Je ziet de knapkoeken soms ook in een ronde vorm, maar ik vind dat ze vierkant horen met de randen zo. Maar als je het jezelf makkelijk wil maken, hou ik je niet tegen. Ga jij ook eens Limburgse knapkook bakken?