Vijf types die je kunt tegenkomen op de kraamafdeling

| 10 reacties

Na de geboorte van onze tweeling verbleven we twee nachten in het ziekenhuis. Standaardbeleid na een keizersnede, en met minimaal één extra paar handen per voedingsmoment én catering (de kwaliteit van het ziekenhuisvoedsel viel me alles mee), hoorde je me daar niet over klagen.

In die 48 uur tijd hebben we nogal wat medewerkers van de kraamafdeling voorbij zien komen. En het waren nogal… uiteenlopende types. Ter lering en vermaak deel ik hier – geanonimiseerd en soms gegroepeerd – wie we zoal tegenkwamen op de kraamafdeling.

Zwangerschap bekendmaken hoe doe je dat

Type 1: het jonkie
Schuilnaam: Sanne
Bekend om: matige prikskills

Sanne was een schatje. Hartstikke lief en vrolijk en je zag dat ze helemaal in haar element was op de kraamafdeling. Er was alleen één aanzienlijk nadeel: haar onervarenheid. Het aanbrengen van mijn infuus ging niet bepaald vlekkeloos. Ik eindigde met een infuus in mijn rechterarm en een prikbult (gevolgd door een hardnekkige blauwe plek) op mijn linkerarm. Je kunt je wel voorstellen dat ik het daarna lastig vond om “gewoon even te ontspannen” toen ze even later de blaaskatheter ging aanbrengen. Ik dank de hemel nog steeds op mijn blote knietjes dat er toen een ervaren collega het proces nauwlettend begeleidde.

Type 2: de nuchtere nerd
Schuilnaam: Lara
Bekend om: “Eh, bloemKOOL?”

In de avonddienst op dag 1 kwam Lara – een beetje een nerdy type – onze kamer binnen. Op zich hadden we direct een goede klik. Ik vond het alleen iets minder leuk toen ze me ging adviseren over het avondeten. Op de geboortedag van onze kinderen kreeg ik namelijk pas rond drie uur ’s middags voor het eerst iets te eten: twee boterhammen met jam en een beschuit met muisjes. Je kunt je dus wel voorstellen dat ik uitkeek naar het avondeten.

Lara suggereerde dat ik beter iets licht verteerbaars kon eten. Wat crackers of zo, bij een bouillonnetje. Een warme maaltijd? Dat vond ze niet zo’n strak plan. Maar als ik dat echt wilde, mocht dat. Wel drukte me ze op het hart dan te kiezen voor iets licht verteerbaars. Zeker géén kolen, want dat zou niet echt een plezierige ervaring opleveren als mijn darmen langzaam weer op gang kwamen.

Je snapt het al: toen er een warme maaltijd voor Vriend O. z’n neus werd gezet en een uitgehongerde Audrey het rook, koos ik ook voor de aardappelpuree met stoofvlees en bloemkool. Wel nadat de maaltijdbezorger had nagevraagd of dit licht verteerbaar was (en het had bevestigd!).

Dat dat niet de waarheid was, ontdekte ik de rest van de avond en nacht. Ze zeggen dat je na een keizersnede niet moet lachen, hoesten of niezen en ik kan jullie vertellen dat braken óók in dat lijstje thuis hoort.

Lara was een béétje verbaasd toen ze hoorde wat ik had gegeten. En door haar realiseerde ik me opeens – a little too late – dat bloemkool óók een koolsoort is. Haar gevleugelde uitspraak “Eh, bloemKOOL?” zal me daar voor de rest van mijn leven aan herinneren.

via GIPHY

Type 3: de zachte zuster in de nacht
Schuilnaam: Angel
Bekend om: haar anonimiteit

Ik heb eigenlijk geen idee of ze echt bestaan, de Angels. Hoe veel het er waren en hoe ze er precies uitzagen: geen idee. Ik herinner me er eentje met mooie krullen, maar verder heb ik er weinig actieve herinneringen aan. Ik weet niet eens of ze wel echt bestaan. Door deze nachtengelen werden de nachtvoedingen een stuk aangenamer en kon je in principe zó weer wegdoezelen. De grenzen tussen slapen en wakker zijn vervagen nogal in je eerste nachten als ouder, en daarvoor is de droomachtige aanwezigheid van de zachte zusters in de nacht perfect.

Type 4: de hoofdzuster van de oude stempel
Schuilnaam: Ans
Bekend om: “Dat dácht ik wel!”

Heb je het plaatje van type 3 goed in je hoofd? Stel je dan ongeveer het tegenovergestelde voor voor type 4. Subtiliteit? Totaal afwezig. Tact of zachtheid? Bekijk het maar. Ans is de enige in dit lijstje waarvan ik niet zeker weet of de schuilnaam haar wel anoniem maakt. Ans stelde zich namelijk niet aan ons voor. Nee, ze stampte gewoon om vijf over zeven ’s ochtends – net na de dienstwissel – kordaat onze kamer binnen. Het grote licht aan, stemvolume op 75. Ze zei nog nét goedemorgen voor ze vervolgde met de mededeling “Zo, we gaan eens even lekker douchen!” Op mijn “Eh, liever niet” reageerde ze met “Dat dácht ik wel!”. Dat is inmiddels een running gag in ons huis.

Gelukkig kunnen we inmiddels een beetje lachen om de situatie en stelt het ons gerust dat we Ans nooit meer hoeven te zien. Alleen al de gedachte aan deze hoofdzuster van de oude stempel jaagt ons namelijk nog steeds de stuipen op het lijf.

via GIPHY

Type 5: beste gynaecoloog ever
Schuilnaam: dokter D.
Bekend om: serene rust en volledige aandacht

Onze ontmoetingen met dokter D., mijn gynaecoloog, vonden vooral plaats op de polikliniek – en natuurlijk op de operatiekamer voor het moment suprême. Er waren een hoop redenen om blij te zijn dat onze kinderen tot de geplande keizersnede bleven zitten, maar dat ik zeker wist dat dokter D. hun geboorte zou begeleiden was absoluut een van.

Hoewel we tijdens de zwangerschap in het ziekenhuis vooral klinisch verloskundigen en echoscopisten zagen (je hebt dus maar een paar keer een controle bij een gynaecoloog), had dokter D. een heel positieve indruk op ons gemaakt. Ze nam steeds alle tijd voor ons en beantwoordde elke vraag die we maar hadden met alle rust en respect voor onze twijfels en wensen. De persoonlijke aandacht die we steeds hadden gekregen werd nog eens bevestigd door het feit dat ze toen we naar huis mochten nog even langs kwam op de kamer. Of ja, even: ze nam ook nu weer helemaal de tijd voor een gezellig praatje (“hoe komen ze aan die bijzondere achternaam, zeg?”) en bewonderde de kindjes ook nog even uitgebreid. Superleuk! Het is dat ons gezin nu hartstikke compleet is en ik hopelijk geen gynaecoloog meer nodig ga hebben om minder prettige redenen, maar anders zou ik zeker weer door haar begeleid willen worden.

Ben jij wel eens op een kraamafdeling geweest? Welke types herken je?

10 reacties

  1. Geinig om te lezen dat er zo veel verschillende types aan je bed hebben gestaan op de kraamafdeling. Gelukkig had je een super goede gynaecoloog en was die nachtzuster lekker anoniem hihi. Wel jammer dat de onervaren persoon zorgde voor meer ongemakken.
    Ik ben nog nooit op een kraamafdeling geweest en denk daar voorlopig ook niet te komen 🙂 Maar ik vind het altijd wel interessant om dit soort verhalen te lezen, hihi.
    Meaghan postte onlangs…Wat doe ik precies op mijn werk?My Profile

  2. O, wat klinken die nachtzuster en die dokter lief! Zuster Ans wat minder;).
    Op de afdeling MDL heb ik ook vooral engelen gezien. Overgeven? Ik riep heel hard sorry, hoefde niet;)
    En eh, mijn infuus is de laatste keer (op de afdeling MDL) geprikt door iemand die was ingevlogen vanaf de IC. Niet voor mij, want ik ben een cadeautje om te prikken, maar iemand anders op de kamer was moeilijk te prikken. Toen deed ze mijn infuus ook maar gelijk. Geloof mij: nooit zó soepel geprikt als die nacht. Maar goed, ik was sowieso geen uitdaging voor haar;).
    Naomi postte onlangs…Boekenpraat: De oorlog die ik eindelijk won (Kimberly Brubaker Bradley)My Profile

  3. Haha herkenbaar! Ik heb tijdens mijn 4 nachten (bij ons standaard na een keizersnede) wel veel nachtpersoneel gezien. Alleen één keer niet maar ik rook haar parfum en toen wist ik ook wie het was omdat ik haar een keer tijdens een van mijn controles had gehad. Was ook niet aangenaam trouwens want ik vond het geen fijn mens.
    Irene postte onlangs…Q&A!My Profile

  4. In december 1993 werkte Ans vast in Venray…

  5. Je beschrijft het zo heerlijk! Ik heb een flitsbezoek gebracht aan de kraamafdeling. Om tien uur ’s avonds inchecken en voor tien uur s’ ochtends was ik al weer uitgecheckt. Ik kan me geen zusters of wat dan ook herinneren omdat ik vanaf het moment dat mijn dochter geboren werd op een roze wolk ronddreef. Ik ben er nooit meer afgekomen, trouwens.

  6. Haha, ik ben thuis bevallen, maar ik kan me er een goede voorstelling bij maken ?

  7. Hahaha, die hoofdzuster en die quote. Zou ik op het moment zelf niet goed aankunnen, maar achteraf wel grappig ja!
    Lesley postte onlangs…EUH JA #63My Profile

  8. Tja, verplegers. Het zijn nét mensen.
    (Over het douchen … ehm… natuurlijk hebben de verplegers die met hun handen aan jouw lichaam moeten zitten en die vanwege hun dienstverlening dicht op jouw lichaam zitten heel erg graag dat je wél doucht. Ook omdat een handmatige wasbeurt extra lastig is én voor de patient minder fijn is dan lekker ff douchen. Dus. Ik mag Ans wel 🙂 )

    • Nou ja, weet je wat het is. De kans dat ik binnen 2 uur naar huis zou mogen was ongeveer 99%. We wachtten toen alleen nog op de kinderarts die zijn akkoord moest geven voor de baby’s. Mezelf in bed wassen met van die vochtige washandjes was dus ook het plan, dus minder werk voor haar. En sowieso ben ik een avonddoucher en wilde ik dat dus liever rustig thuis doen dan met iemand die ons net zeer bruut had gewekt. O, en de verpleegkundigen waren steeds vooral met de kindjes bezig. Bij mij was het een kwestie van af en toe wat dingen meten, 2 minuten werk.

  9. Hahaha heerlijk! Die Ans zeg, ik heb daar ook een heel visueel beeld bij. Wel grappig dat ze toch nog jullie huishouden is binnengesmokkeld als grap. Zou ze zelf zeker heel leuk vinden.

Geef een reactie

Verplichte velden zijn aangegeven met een *.


CommentLuv badge