Geocachen is een van mijn favoriete activiteiten bij mooi weer. Je kunt het altijd en overal doen, het zorgt ervoor dat je mooie plekjes ontdekt én het is een actieve vorm van wandelen. Voor je het weet, heb je flink wat kilometers in de benen en ben je heel wat uren buiten geweest. Maar wat is geocachen precies? Hoe vind je een cache en wat heb je nodig om te beginnen met geocachen? Je leest er alles over in deze mini-cursus geocachen voor beginners.

Wat is geocachen?

Geocachen is een soort schatzoeken voor volwassenen en kinderen. Het is bedacht in 2000, vlak nadat GPS-technologie voor iedereen beschikbaar werd. Een geocache (geo = aarde, cache = opslagplaats) kan overal verstopt liggen. Met behulp van de coördinaten en een GPS-ontvanger (dat kan gewoon je smartphone zijn) kun je op zoek gaan.

Geocaches zijn er in alle soorten en maten. Een typische geocache is bijvoorbeeld een petling (klein flesje met schroefdop) of een fotoroldoosje. Verder varieert het van grote (leger)kisten tot minieme magnetische caches van nog geen vierkante centimeter, die worden aangeduid als nano.

Over de hele wereld liggen miljoenen caches verstopt; in Nederland gaat het om tienduizenden. Op de officiële geocaching-website kun je een kaart vinden. Superleuk om te ontdekken op welke plekken waar je dagelijks of wekelijks langs komt een geocache verstopt ligt!

Wat zit er in een geocache?

In elke geocache zit in elk geval een logboekje. Dat kan een notitieboekje zijn, of een papieren rolletje. Het idee is dat je hier je naam en de datum/het tijdstip van de vondst invult. Dat is het bewijs dat je de geocache hebt gevonden. Online kun je daarna nog een logje plaatsen, zodat je kunt bijhouden welke geocaches je allemaal gezocht en gevonden hebt. Geocache-plaatsers waarderen het als je een wat uitgebreider verhaal schrijft over je zoektocht, maar dit is uiteraard niet verplicht.

In grotere geocaches zit daarnaast soms een pen of potlood om mee te loggen. Ook vind je hierin vaak kleine goodies die je kunt ruilen en/of trackables. Trackables hebben een code en zitten vaak aan een sleutelring. Het is de bedoeling dat ze van en naar een bepaalde plek reizen. Trackables mag je dus niet houden, maar moet je verplaatsen in de richting van hun doel.

Soorten geocaches

Het makkelijkste type om mee te beginnen is de traditionele cache, ook wel ‘tradi’ genoemd. Deze zijn te herkennen als groene icoontjes op de kaart. Hierbij krijg je de coördinaten vooraf al helemaal en kun je de geocache direct gaan zoeken.

Ook leuk zijn de multicaches (multi’s), die met een oranje icoontje op de kaart staan. Hierbij krijg je de coördinaten voor een beginpunt en moet je op allerlei punten iets zoeken dat je helpt om het volgende punt (waypoint) te vinden. Je loopt hiermee dus een hele route voor je de coördinaten voor de eindcache hebt verzameld. Dit is een heel leuke manier om een stad, dorp of natuurgebied te leren kennen.

De derde veel voorkomende soort geocache is de puzzelcache/mystery-cache. Op de kaart zijn deze aangeduid als blauwe icoontjes met een vraagteken erop. Hiervoor moet je dus op locatie of vooraf thuis een puzzel oplossen om de coördinaten te vinden. Soms is dat vrij makkelijk en moet je bijvoorbeeld op een informatiebord of Google wat feitjes over de plek weten te vinden, maar soms zijn ze heel ingewikkeld en kun je wel dagen bezig zijn voor je de oplossing vindt. Maar goed, juist die variatie en uitdaging is wat geocachen zo tof en verslavend maakt!

Daarnaast zijn er nog wat andere soorten geocaches, maar die komen minder vaak voor. Met deze drie types heb je minstens 95% gecoverd, schat ik zo.

Beginnen met geocachen

Om te beginnen met geoachen, moet je een account aanmaken op de officiële geocaching-website. Dat is gewoon gratis en is in no time gebeurd. Er is ook een app, maar de betaalde versie heb je in principe niet nodig als je wil gaan geocachen. Mijn vriend en ik kiezen ervoor om de geocaches die we willen gaan zoeken vooraf te noteren en achteraf thuis te loggen op de website.

Via de website kun je kijken waar in de buurt geocaches liggen. Ga bijvoorbeeld op zoek in je eigen woonplaats, of zoek een mooi gebied in de buurt uit om te verkennen. Let wel altijd op dat je niet te opvallend gaat zoeken en loggen. In een woonwijk weten de buren er meestal wel van, maar je wil voorkomen dat mensen die het spel niet kennen (oftewel mugglers/dreuzels) een geocache weggooien of vernielen.

Nog een beginnerstip: zoek meerdere geocaches uit om je kansen te spreiden. Als je nog niet zo ervaren bent en je uitgezochte cache is niet (makkelijk) te vinden, dan is je eerste ervaring wellicht iets minder leuk.

Wat heb je nodig als je gaat geocachen?

• Een apparaat met een GPS-functie, oftewel: je mobiele telefoon! Via Google Maps kun je offline kaarten downloaden, waardoor je niet eens mobiele data hoeft te gebruiken als je vooraf je route even plant door van verschillende caches de coördinaten en bijbehorende informatie op te slaan. Dit kun je in een notitieboekje doen, maar je kunt ook een digitaal bestand maken met daarin de coördinaten en andere relevante informatie.
• Een pen om te loggen, want die zit meestal niet in de cachecontainer (= het bakje waar het logrolletje in zit)
• Een notitieboekje is altijd handig bij een multicache
• Eventueel goodies om te ruilen
• Eventueel een app om mee te rekenen en te decoderen, zoals GCC (GeoCacheCalculator). De hint die bij een geocache hoort is gecodeerd, en ook moet je regelmatig stapeltellen (voorbeeld: 148 = 1+4+8 = 13 = 1+3 = 4).
• Goede (wandel)schoenen zijn altijd handig
• Tools: Als je langer bezig bent en het leuk vindt, kun je overwegen wat tools mee te nemen of aan te schaffen. Denk bijvoorbeeld aan een pincet om het logrolletje uit een kleine geocache te halen, of een grijper/telescopische steel voor geocaches die nog wat dieper in een buis verstopt zitten (deze kom je niet heel vaak tegen, maar ze zijn er wel). Ook heb je hierbij soms een sterke magneet nodig.

Hoe vind je een geocache?

Als je eenmaal op de juiste plek bent, kan het veldwerk beginnen: op zoek naar de geocache! Geocaches kunnen eigenlijk overal verstopt zijn. In een natuurlijke omgeving zul je ze bijvoorbeeld in een holte van een boom kunnen vinden, of onder wat bladeren of takken (let op: voor een geocache hoef je nooit echt te gaan graven). Ook verkeersborden of picknickbankjes worden vaak gebruikt als plek voor een geocache. Sommige geocaches zijn niet al te origineel verstopt, bijvoorbeeld onder een steen – bóóóring. Gelukkig zijn er ook heel veel toffe, originele verstopplekken bedacht.

Zin om je eerste geocache te zoeken? Dit zijn mijn favoriete geocaches in de provincie Limburg! Heb je nog vragen? Stel ze hieronder dan gerust!