Vroeger keek ik altijd naar De natte neuzenshow van Martin Gaus. Ik ben al mijn hele leven gek op honden, dus hoe meer tv-programma’s en films over mijn lievelingsdieren, hoe beter. Mijn favoriete gedeelte was het behendigheidsparcours. Honden die door tunnels en over sprongen gingen: ik vond het fantastisch. En nu, een jaar of twintig later, ben ik helemáál verslaafd geraakt aan deze sport. Ik baal als een stekker als ik een training moet missen, sta vrijwillig belachelijk vroeg op in het weekend om naar wedstrijden te gaan, en ik baal dat ik na twee weekends agility (de Engelse term voor behendigheid) “pas” weer een maand later mag. Yep, eenmaal besmet met het agilityvirus kom je er niet meer vanaf. Toch kan ik deze ziekte aan iedereen (met een hond) aanraden. Waarom? Dat vertel ik je graag!
Wat is agility?
Agility, ook wel behendigheid genoemd, is een hondensport waarbij je je hond zo snel mogelijk én foutloos een parcours moet laten afleggen. Tunnels, sprongen, een slalom en raakvlaktoestellen (wip, kattenloop en A-schutting) staan in een bepaalde volgorde opgesteld. Ook is er een standaardtijd vastgesteld, waardoor het doet denken aan het springen uit de paardensport. Daarop is het ook geïnspireerd, al zul je een paard natuurlijk geen tunnel, slalom of wip zien nemen 😉
Agility is niet erkend als officiële sport, wat ik – zeker in vergelijking met de paardensport – niet terecht vind. Als baas (handler genoemd) moet je namelijk zelf ook flink aan de bak. Dat had ik persoonlijk wel een tikje onderschat toen ik begon. In het begin ren je ook niet veel, omdat je hond de toestellen eerst nog moet leren. Zodra je echter gaat opbouwen naar langere parcoursen, moet je als baas meestal behoorlijk hard rennen. Wie had gedacht dat ik, als sporthater, vrijwillig zou gaan sprinten nu er een hond in het spel is? Als ik na een parcours flink buiten adem ben, onze trainer me nog wat aanwijzingen geeft, en me vervolgens vraagt om het rondje nog eens te doen, maar dan nog wat sneller (WAT?) vraag ik me wel eens af waar ik aan begonnen ben, maar ach. Het is al te laat, ik ben verslaafd.
Waarom is agility zo leuk?
Je hond is natuurlijk de allerleukste op de wereld, dus wat is er nou leuker dan samen bezig zijn? Gehoorzaamheid kan best leuk zijn en het is behoorlijk nuttig, maar met het netjes aan de voet volgen heb jij (en je hond) het waarschijnlijk vrij snel gehad. Agility is veel toffer, en je bent gegarandeerd waanzinnig trots als je hond voor het eerst succesvol de slalom doet.
Daarnaast vormt agility ook voor mij een leuke uitdaging – en dat is nog náást dat rennen. Je moet namelijk bij een parcours ook van tevoren bedenken hoe je het precies gaat aanpakken. Loop je links of rechts van je hond? Kun je ergens al een voorsprong nemen of juist van een afstand je hond een toestel laten nemen? En als je op punt A links wil lopen en op punt B rechts moet zijn, waar en hoe wissel je dan van kant zonder over je hond te struikelen? Dat hele strategische aspect erachter vind ik echt heel tof. Ik kan daardoor ook uren naar anderen kijken, en bezoek daarom zelfs wedstrijden waar ik zelf niet aan meedoe. Het is – ook voor mensen die er zelf geen ervaring mee hebben – echt een spectaculaire sport om naar te kijken, zeker als je de toppers bezig ziet.
De eerste keer dat ik een agilitywedstrijd zag, moest ik trouwens nogal lachen toen ik de deelnemers het parcours zag verkennen. In een lange sliert liepen tientallen mensen door het parcours, met uitgestrekte armen voor hun denkbeeldige hond. Sommigen zag ik zelfs sprintjes trekken, en hoewel ik dat toen raar vond, begrijp ik het nu helemaal. Tijdens het verkennen (meestal heb je er tien minuten voor) betrap ik mezelf ook op het zachtjes mompelen van “Sproet, let op, dóór tunnel”… Je moet dat parcours toch levendig in je hoofd krijgen, want op het moment suprême heb je niet echt meer de kans om rustig na te denken waar je ook alweer moet zijn.
Kun je agility met elke hond doen?
Ja! Praktisch elke gezonde hond is geschikt voor agility. Hele zware of grote honden doe je waarschijnlijk geen plezier met agility, net als honden met een lange rug op korte pootjes. Gezondheid en verantwoord trainen staan natuurlijk voorop. Bij agility zie je vooral veel border collies, Australian shepherds, (Belgische) herders en shelties, omdat die atletisch gebouwd zijn en graag willen werken voor hun baas. Toch kom ik verder van alles tegen op wedstrijden: slanke labradors, dalmatiërs, Beagles, staffords, poedels, Jack Russels… Vrijwel alles kan, en een rashond is al helemaal geen vereiste.
Mijn eigen hond Sproet is een kruising border collie/Engelse springer spaniel. Ik zeg wel eens dat ze als halve border collie ook maar de helft van de snelheid heeft. Sproet is vrij onzeker en sprint daardoor meestal niet door het parcours. Bij de minste of geringste twijfel in mijn bewegingen, gaat Sproet heel braaf ook in de remmen. Oeps.
Veel andere handlers hebben honden die hun eigen parcours wel verzinnen als zij er niet snel genoeg bij zijn. Het heeft – qua foutloos rondkomen – dus wel voordelen om een stabiele, gehoorzame hond te hebben. Een hond die binnen de standaardtijd de finish haalt zonder fouten gaat namelijk in de uitslag voor op een veel snellere hond die een fout maakt. Toch werken we ook flink aan de snelheid, omdat we die standaardtijd regelmatig niet redden. Work in progress dus!
Ook fascinerend: elk detail van je lichaamstaal telt. Geef ik het commando ‘tunnel’ en wijzen mijn voeten toch de andere kant op? Kleine kans dat Sproet het juiste doet. En kijk ik aan het eind van de slalom alvast naar het volgende toestel in de lijn? Denkt Sproet ook dat ze al klaar is met slalommen en naar voren moet. Je hond en jij worden een echt team door agility en ontwikkelen samen een nog sterkere band.
Agility versus andere hondensporten
Met de hond van mijn ouders, Bones, heb ik eerder een cursus hondenfrisbee gedaan. Dat is ook waanzinnig tof om te zien, maar het lastige is dat het veel meer specifieke vaardigheden van jou als handler vraagt. Onze trainster concludeerde destijds meteen al dat we geluk hadden met een hond die zo goed was om zelfs onze meest kansloze worpen probeerde op te vangen… Als je niet goed kunt gooien, wordt het niets met frisbee. Bij agility zie je kinderen van onder de tien en mensen die de AOW-leeftijd al bereikt hebben: vrijwel iedereen kan na een tijdje trainen deelnemen aan een wedstrijd zonder een compleet modderfiguur te slaan.
Lijkt agility jou ook wel wat, of doe je liever een andere (honden)sport?
27 juni 2016 om 16:08
Ik vind dit zo geweldig om naar te kijken, ik ben zelf een groot hondenfan en heb zelf een Wolfskees. Nee het is geen actieve hond, maar een leuke luie dweil haha. Ze rent als ze eten ziet 😛 maar het is een schat van een hond. Super leuke sport dit.